IFS PIA Product Integrity Assessment

IFS PIA Product Integrity Assessment

De IFS heeft in samenwerking met de Nederlandse supermarktorganisaties Superunie, Jumbo en Albert Heijn een nieuwe norm opgesteld voor het managen van de productintegriteit. Op basis van deze norm heeft de IFS een assessmentprotocol ontwikkeld. De assessment laat zien hoe een bedrijf risico’s op het gebied van productintegriteit onderkent en beheerst. Supermarktorganisaties formuleren hiervoor specifieke eisen. De IFS vertaalt deze eisen naar een product integrity norm, die naar verwachting in april 2019 wordt gepubliceerd.

Productintegriteit

De definitie van productintegriteit is: ‘De garantie dat het product overeenkomt met datgene wat via verschillende kanalen wordt gecommuniceerd en wat op basis daarvan verwacht mag worden’. Dit omvat naast meetbare producteigenschappen ook eigenschappen die door commerciële claims en afbeeldingen ontstaan.

Uit de definitie valt af te leiden dat het enerzijds gaat om de beheersing van de feitelijke producteigenschappen en anderzijds om de beheersing van communicatie over dat product, zoals op het etiket, de website, de productspecificatie en in databases. Men kan dan ook spreken van twee soorten integriteitsrisico’s: productintegriteitrisico’s en data-integriteitrisico’s. Dit laatste betekent bijvoorbeeld dat marketing binnen de scope van het integriteitmanagementsysteem valt. Dit is een nieuw fenomeen.

De standaard vraagt om bij de analyse van integriteitrisico’s rekening te houden met bewuste manipulatie (misleiding en fraude) en onbewuste afwijkingen. Een afwijking kan onbewust ontstaan door bijvoorbeeld onwetendheid, vergissingen, reken- of schrijffouten of onzorgvuldigheid.

Assessment

De IFS heeft besloten om de norm niet als certificatienorm te gebruiken. De standaard spreekt dan ook niet van een audit, maar van een assessment. Ook komt er geen certificaat aan te pas, maar heeft het als resultaat een score. Deze score wordt door de retail gebruikt voor de risicoclassificatie van de betreffende leverancier. Het assessmentresultaat is hiermee belangrijker dan het certificaat.

Het is niet verplicht om aan alle criteria te voldoen. Dit kan een bewuste keuze zijn van het bedrijf. Het resultaat is daarmee een lagere score. Het verdient aanbeveling om de keuze voor het naleven van slechts een deel van criteria goed toe te lichten omdat een lagere score over het algemeen wordt beschouwd als een hoger risico.

De IFS heeft ervoor gekozen om de assessment los te koppelen van een voedselveiligheidsaudit. Dit omdat product integrity een onderwerp is dat een andere focus en benadering vraagt dan voedselveiligheid. De assessor dient specifiek getraind te worden. Een gecombineerde uitvoering van de assessment met een voedselveiligheidsaudit is dan ook lastig.

De IFS hanteert voor de uitvoering min of meer dezelfde werkwijze als bij de Food Safety Check. Bedrijven kunnen zich voor een assessment aanmelden bij de IFS. De IFS maakt gebruik van geselecteerde certificatie-instellingen en gekwalificeerde auditoren. In Nederland zijn dit Vinçotte ISACert en Lloyds Register. De rapportage en facturatie loopt via de IFS-organisatie.

Criteria

De norm kent zeven hoofdstukken met criteria. Deze beschrijven de eisen voor het topmanagement en de bedrijfscultuur, de leveranciers en onderaannemers, de claims en certificaten, het risicomanagement, de traceerbaarheid, het managementsysteem en het financiële management.

De criteria gaan over het algemeen verder dan wat we bij voedselveiligheidsstandaarden gewend zijn. Enkele voorbeelden:

  •  Er wordt een gedragscode en een klokkenluidersprocedure voorgeschreven.
  • Bij grondstoffen met een hoog risico dienen alle leverancier(s) in de keten geïdentificeerd te worden.
  • Er is een risicoanalyse van de productbehandeling en het datamanagement. Beide analyses houden rekening met operationele, administratieve, organisatorische en economische gevaren.
  • Met betrekking tot de traceerbaarheid wordt een batch paspoort opgesteld en worden batch-balance-berekeningen uitgevoerd.
  • Een multidisciplinair team bespreekt afwijkende inkoopprijzen.
  • Financiële druk van afnemers wordt gemeld en in een multidisciplinair team besproken. Bij grote afhankelijkheid van een afnemer wordt dit bespreekbaar gemaakt.

Professionele evaluatie

Een bedrijf kan bonuspunten scoren of punten verliezen. Dit is afhankelijk van de evaluatie door de assessor. Aan het eind van de assessmentprocedure maakt de assessor de balans op en komt hij of zij tot een aanvullende eindwaardering op basis van sterke punten en verbeterpunten op het gebied van best practices. Hierbij wordt meegenomen in hoeverre het bedrijf heeft laten zien dat het management een scherp bewustzijn heeft en consequent resultaatgericht is.

Professionele waardering is een nieuw element bij de zogenoemde derde partij-beoordeling zoals die tegenwoordig voorkomt bij certificatie en waaraan de retail veel waarde hecht. De assessor kan hier bevindingen rapporteren die zich moeilijk naar harde criteria vertalen.

Verwachting

De IFS heeft zich met deze ontwikkeling aangesloten bij initiatieven vanuit de Nederlandse retail. Deze nieuwe norm en nieuwe werkwijze wordt dan ook in Nederland geïntroduceerd. De verwachting is dat Nederlandse retailers graag zien dat leveranciers van kwetsbare producten een IFS PIA-assessment ondergaan. Daarnaast zal deze norm naar verwachting de CBL Chain of Custody-norm voor het Varken van Morgen vervangen. Ook de Duitse retail heeft belangstelling voor deze norm en zal bij positieve ervaringen in Nederland de IFS PIA willen toepassen.

[cta id=’2590′]

MEER BERICHTEN